De anatomie van een schoen bestaat uit verschillende onderdelen die elk een specifieke functie hebben. Een schoen bestaat over het algemeen uit de volgende onderdelen:
- De buitenzool is het deel van de schoen dat in contact komt met de grond en zorgt voor grip en stabiliteit.
- De tussenzool biedt demping en ondersteuning.
- De binnenzool is het deel waar de voet op rust en kan vaak worden verwijderd of vervangen.
- Het bovenwerk van de schoen is het deel dat de voet omsluit en beschermt.
- De hielkap is een verstevigd deel van de schoen rond de hiel dat extra stabiliteit en ondersteuning biedt.
- De neus, ook wel de teenkap genoemd, is het verstevigde gedeelte van de schoen aan de voorkant, rond de tenen. Het beschermt de tenen tegen stoten en andere impacten.
- De tong is het deel van de schoen dat de bovenkant van de voet bedekt en zich tussen het vetergebied bevindt. Het zorgt ervoor dat de veters niet in de voet snijden en biedt comfort.
- Veters worden gebruikt om de schoen vast te maken en te zorgen voor een goede pasvorm.
- De voering is het zachte materiaal aan de binnenkant van de schoen. Het verhoogt het comfort en helpt vocht af te voeren.
- Daarnaast zijn er nog andere onderdelen zoals veters, oogjes en hiellipjes die de functionaliteit en esthetiek van de schoen bepalen.
In principe hoort een inlegzool of steunzool dus niet bij de algemene anatomie van een schoen, maar deze worden later, om bepaalde problemen te verhelpen of te voorkomen, op maat gemaakt en er ingelegd.